In totaal dertien stations van de Amsterdamse metrolijnen M53 (Gaasperplas-Centraal Station) en M 50 (Gein-Isolatorweg) krijgen dit jaar zonnepanelen. Hun productie zal ongeveer 1,2 miljoen kWh bedragen, wat neerkomt op het verbruik van ruim vierhonderd Amsterdamse huishoudens. De uitvoering is in maart van start gegaan en de eerste panelen zijn op de stations Gaasperplas en Diemen Zuid al geplaatst. In juni moet dat in zijn geheel op zes stations het geval zijn, terwijl het project op de overige zeven stations volgens planning in december 2019 zal zijn afgerond.
Behalve de eerste twee, staan verder de stations Kraaiennest, Verrijn Stuartweg, Heemstedestraat en Jan Sneevlietweg Van der Madeweg, Spaklerweg, Strandvliet, Gein, Holendrecht, Bullewijk en Venserpolder op het programma. De Verrijn Stuartweg (M53), Heemstedestraat en Jan Sneevlietweg (beide M 50) zijn nu als eerste aan de beurt. In totaal worden op de Amsterdamse metrostations meer dan vijfduizend panelen van het type Aleo 300 Wp geplaatst. Om de overlast voor de reizigers en de omwonenden zo klein mogelijk te houden worden de werkzaamheden grotendeels s‘ nachts uitgevoerd. Speciale treintjes zorgen voor de aanvoer van een belangrijk deel van het materiaal. Ter plaatse hijst een kraan de onderdelen naar het dak van het station. Bij de het project is het energiebedrijf Engie betrokken. De panelen zullen de stations van stroom voorzien.
Verlaging CO2-uitstoot
De gemeente Amsterdam, de Vervoerregio Amsterdam en het stedelijke vervoerbedrijf GVB zijn verantwoordelijk voor het project. Met de plaatsing van de zonnepanelen dragen zij bij aan de klimaatdoelstelling van Amsterdam om in 2025 de CO2-uitstoot ten opzicht van 2012 met 45% te verlagen. De ambitie is de daling in 2030 al op 55% en in 2050 op 95% te brengen. De financiering van de zonnepanelen voor de metro komt voor rekening van de gemeente, de Vervoerregio Amsterdam en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Bron en foto: Gemeente Amsterdam
Volgen de Rotterdamse metrostations ook hun Amsterdamse collega’s en de Haagse en Utrechtse tramhaltes, goed voorbeeld doet goed volgen.