Van onze correspondente Tessa Krols – Nanjing in China
Vraag een willekeurig persoon je drie steden in China op te sommen, het antwoord is met grote waarschijnlijkheid: Peking, Hongkong en Shanghai. Het zijn de drie steden met de grootste internationale uitstraling, mastodonten die de naam ‘metropool’ meer dan waardig zijn. Ik heb nog niet het genoegen mogen hebben Peking of Hongkong te bezoeken, maar mijn omzwervingen hebben me tot nu toe drie keer naar Shanghai gevoerd. Als Peking de culturele hoofdstad van China is, is Shanghai (letterlijk ‘boven de zee’) het economische en commerciële centrum. Het is een stad met veel gezichten: van de hypermoderne Liujiazui-wijk met zijn futuristische wolkenkrabbers over de Franse concessie, waar men zich in Europa waant tot de oude buurt Nanshi, een dorp te midden van de flatgebouwen. De stad beslaat ongeveer 6 340,5 km² en heeft om en bij de negentien miljoen inwoners. Ze is met andere woorden enorm. Laat je als toerist niet misleiden door het kaartje achterin je reisgids waarop een afstand zo kort lijkt dat je denkt: “Dit wandel ik wel even.” De verschillende bezienswaardigheden liggen vaak zo ver uit elkaar dat slechts één vervoermiddel werkelijk geschikt is: de metro. Shanghai heeft een zeer uitgebreid metronetwerk dat je vlot naar je bestemming brengt. Vertrouw hier opnieuw niet op de kaart in je reisgids, maar schaf je zo snel mogelijk een grote kaart aan met alle metrolijnen erop. Plattegrondjes in reisgidsen zijn vaak gedateerd of niet gedetailleerd genoeg, waardoor je de dichtstbijzijnde halte kan missen. Er worden jaarlijks stations bijgebouwd, dus vraag je best naar een kaart die up-to-date is. Het vervoer is relatief goedkoop. Relatief, want goedkoop naar Europese normen, maar iets duurder naar Chinese normen. Als je langere tijd in Shanghai verblijft, koop dan een waardekaart voor het openbaar vervoer waar je naar behoeve geld op kan zetten. Dit bespaart je de last telkens opnieuw een kaartje te moeten kopen. Je moet gewoon de kaart over een vlak op het poortje halen. Als je de metro uitgaat, haal je je kaart opnieuw over zo’n vlak en wordt automatisch het bedrag afgetrokken dat overeenkomt met het aantal haltes dat je gepasseerd bent. Erg handig dus.( Hier blijkt dus dat in Shanghai de OV-Chipkaart al naar tevredenheid gebruikt wordt. Red.) In vergelijking met metro’s die ik al genomen heb in andere landen, is die in Shanghai zeer proper. De gangen zijn netjes, alles is duidelijk aangeduid (ook in het Engels) en de treinen rijden zeer regelmatig. Opmerkelijk vond ik dat er geen straatmuzikanten te zien zijn. Aan de ingang van de stations zitten vaak mensen die prularia verkopen, maar wie zich als verkoper dieper de gangen in waagt, wordt weggejaagd door de politie. Er is ook rekening gehouden met de veiligheid, het perron wordt van het spoor gescheiden door een glazen wand met schuifdeuren, die pas opengaan nadat de metro tot stilstand gekomen is. Dit voorkomt ongetwijfeld een boel ongelukken. Na een gesprek met een Duits meisje dat in Tokio gewoond heeft, kan ik me inbeelden dat die wand nog een andere functie heeft. Zij had tijdens haar verblijf van vier maanden in de Japanse hoofdstad twee mensen voor de trein zien springen. Het probleem schijnt in Tokio zo groot te zijn dat er op de perrons bordjes hangen met ‘Gelieve geen zelfmoord te plegen tijdens het spitsuur’ erop, deprimerend of niet? Ik gok dat het beroep van treinbestuurder in Tokio niet erg gegeerd is. Als je de metro neemt tijdens de piekuren, bereid je er dan op voor dat je niet de enige zal zijn. De stations zijn net mierennesten en de treinen zitten overvol. Daar komt nog bij dat de Chinezen niet bekend staan om hun geduld en het dus wat moeite kost om in en uit het rijtuig te geraken. Er wordt niet gewacht tot de passagiers zijn uitgestapt, zodra de deuren opengaan, begint men van twee kanten tegelijk te duwen. Wat verdere nadelen betreft, moet ik nog zeggen dat de laatste treinen tussen tien en half elf ’s avonds rijden. Hierna moet je een taxi nemen, zorg dus dat je niet al te ver van je bestemming strandt. Shanghai is op dit moment in volle voorbereiding voor het volgende grote evenement: de wereldexpo. De stad heeft op sommige plaatsen nog steeds veel weg van een bouwwerf, er is nog werk aan de winkel. Hoewel de expo binnen minder dan twee maanden de deuren opent, heb ik er het volste vertrouwen in dat alles op tijd af zal zijn. Als je op de plannen afgaat, wordt het ongelooflijk knap. Er worden nieuwe spoorlijnen aangelegd onder het expogebied, dus voor wie van plan is de tentoonstelling te bezoeken: neem de metro, je zal er geen spijt van hebben.