De komende acht jaar verandert het uiterlijk van NS aanzienlijk. Er komen nieuwe sprinters en Intercity’s Nieuwe Generatie (ICNG), een aantal bestaande stellen is gemoderniseerd, terwijl een flink deel van ouder materieel – dubbeldekkers (DDAR), locomotieven serie 1700 en de vroegste SGM-sprinters – verdwijnt naar de sloper. Dat laatste is niet meer letterlijk te nemen, want van de elektrische locomotieven wordt 99,7% en van de treinstellen 97,7% gerecycled!
Tekort aan ruimte
Per jaar komen er ongeveer 150 nieuwe rijtuigbakken bij, waardoor ouder materieel dat zijn tijd gehad heeft, steeds meer aan de kant komt te staan. Dat geldt bijvoorbeeld voor dieseltreinen wegens hun vervuilende uitstoot, werkloze e-locs en oude dubbeldekkers, die niet meer voldoen aan de huidige eisen van de reiziger. In de praktijk betekent dat: plaatsgebrek en dringen op de emplacementen waar het instromende materieel een plaats moet hebben tot hun volgende dienst begint en waar ook deze oude treinen en locomotieven geruime tijd worden opgesteld. Langdurig stilstaan is bovendien slecht voor hun technische toestand en ze worden een gemakkelijke prooi van vandalen.
Als voor het overcomplete materieel geen bestemming wordt gevonden – zoals voor een aantal wadlopers dat nu, gemoderniseerd, in Polen rijdt – moet het ontmanteld worden.
Recyclen
NS streeft ernaar dit zo duurzaam mogelijk te doen en zoveel mogelijk bruikbare onderdelen en grondstoffen te behouden en te verkopen. Zo kunnen de kosten van het ‘slopen’ ook voor een deel worden terugverdiend. In het verleden waren de Nederlandse Spoorwegen niet zulke voorstanders van hergebruik door buitenstaanders, want als het dan ergens fout ging, zou al gauw duidelijk worden dat het materieel van NS afkomstig was. Met alle negatieve gevolgen daarvan, ook als de fout elders lag. Maar de voorbije twee jaar veranderde dat en nu wordt geëxperimenteerd met een systeem ‘B2B’. Voor de SGM-sprinters bestaat inmiddels een lijst van 31 (sloop)producten, die verkocht kunnen worden. In een ‘oogstkaartsysteem’ zijn de specificaties en de beschikbaarheid hiervan opgenomen. Bij de verkoopbare delen, horen trouwens ook objecten die interessant zijn voor spoorwegbelangstellenden, zoals noodremgrepen en deurbedieningspanelen. Via veilingen en de stichting Kans Centraal (een vrijwilligersproject van NS-personeel) worden deze verkocht. Voor het verkopen van de gewone recycle producten richt de NS zich met name op architecten en aannemers.
Tassen en bureaubladen
Op Utrecht Centraal Station is inmiddels een upcyclingshop gevestigd, waar de Spoorwegen laten zien hoe ze het slopen aanpakken en hoe het wedergebruik in zijn werk gaat. Ook de moeilijkste onderdelen – zoals de kunststof wand- en plafondpanelen van de treinstellen – kunnen sinds enige tijd verwerkt worden. Een fabrikant van kantoormeubilair vermaalt ze tot kleine stukjes en perst daar bureaubladen van. De stoelbekleding van het materieel leent zich voor het maken van tassen en vloerpanelen veranderen in tafeltennis- of voetbaltafels. Van oude vertrekstaten laat de NS nestkastjes voor vogels maken.
Per jaar maken zo’n 150 tot 200 rijtuigbakken hun laatste gang naar de ‘sloper’. Daar worden ze aan stukken geknipt en verwerkt. In een DDAR-dubbeldektreinstel, bijvoorbeeld, zijn 21 verschillende materialen verwerkt: (roestvrij)staal, kunststof, koper, rubber, glas enzovoort. Die worden niet stuk voor stuk verwijderd – wat veel tijd zou kosten – maar gezamenlijk fijngemalen. Daarna worden ze gesorteerd. Een complete trein is op deze manier in één dag onder handen genomen, terwijl volledig demonteren een week in beslag zou nemen. Bron: Vakblad SpoorPro – foto’s Hans van Lith
Berichtendienst: Wil jij op de hoogte blijven van onze laatste (nieuws)berichten? Schrijf je dan hier in voor onze berichtendienst.
Disclaimer: Informatie op deze website is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Treinennieuws stelt zich niet aansprakelijk voor ontstane schade en verliezen door beslissingen gebaseerd op de gepubliceerde informatie.