Nu eindelijk de eerste beelden van de proefritten met de nieuwe Intercity Nieuwe Generatie (ICNG) op internet circuleren, was dat voor Treinennieuws aanleiding de feiten nog eens op een rijtje te zetten. Het nieuwe materieel wordt volgens de huidige planning in 2021 allereerst in dienst gesteld op de trajecten Amsterdam – Breda en Den Haag – Eindhoven. Bedoeling was eigenlijk al eind van dit jaar, maar dat werd niet gehaald.
Reeds in 2013 kondigde de NS aan dat er nieuwe treinstellen zouden komen. Ze zouden geschikt zijn voor snelheden tot 200 km/h en ingezet worden op het binnenlandse net. De koplopers waren dan langzamerhand aan vervanging toe en bovendien was er behoefte aan uitbreiding van het aantal zitplaatsen wegens het toenemende reizigersverkeer. Aanvankelijk waren er vier gegadigden voor de bouw van het materieel: het Franse Alstom, de Duitse Siemens Rail Systems, het Canadese Bombardier en het Zwitserse Stadler. Uiteindelijk werd Alstom winnaar en kreeg de opdracht voor de levering van 79 treinstellen met in totaal 25.000 zitplaatsen (een order van circa 800 miljoen euro). Dit aantal werd al spoedig uitgebreid: eerst met twee en vervolgens nog eens met achttien stellen – met in totaal circa 8.000 zitplaatsen – voor het hoge snelheidsverkeer naar België. Hierdoor kwam het totale aantal op 99 stuks.
Vijf- en achtwagenstellen
De levering zou bestaan uit negenenveertig vijfwagenstellen (serie 3100) en dertig achtwagenstellen (serie 3200) voor de inzet in Nederland en twintig achtwagenstellen (serie 3300) voor het verkeer met België. Ze zullen 200 km/h kunnen rijden en geschikt zijn voor diverse stroomsoorten. De treinstellen zijn uitgerust voor 1500 volt gelijkstroom en 25 kV 50 Hz wisselstroom, terwijl de ICNG’s, die naar Brussel gaan rijden tevens geschikt zijn voor de Belgische spanning van 3000 volt gelijkstroom..
Qua beveiliging zijn de treinen voorzien van het ATB-EG-systeem, dat gangbaar is op het hoofdnet van NS en met het European Rail Traffic Management System (ERTMS), in gebruik op de HSL-Zuid richting België (alsmede aanwezig tussen Amsterdam en Utrecht en op de Hanzelijn). De treinstellen die speciaal zijn besteld voor de Belgische route, krijgen bovendien het Belgische TBL1+ systeem.
Het materieel heeft afdelingen eerste en tweede klas. Deze zijn verdeeld over compartimenten bestemd om ‘te werken’, dan wel ruimten waarin ‘de stilte gerespecteerd moet worden’ en tenslotte over coupees waarin je ‘elkaar kunt ontmoeten om eventueel een praatje te maken’. In de 1e en 2e klas zijn stopcontacten en usb-aansluitingen aangebracht voor het opladen van mobiele telefoons en laptops. Ook is gratis wifi ingebouwd. Tussen het meubilair wordt extra ruimte geschapen voor bagage.
De overgangen tussen de rijtuigen (of ‘bakken’ zo u wilt) zijn breed van opzet. Hierdoor ontstaat een betere doorstroming voor het publiek. Ook krijgen reizigers en treinpersoneel een ruimer overzicht van het interieur van de trein, wat het gevoel van veiligheid verhoogt.
De grotere ruimte is mogelijk door de speciale draaistellen die onder de overgangen zijn gemonteerd. De vloer van de rijtuigen ligt ongeveer op perronhoogte en de buitendeuren zijn voorzien van schuiftreden. Dit vergemakkelijkt het in- en uitstappen, ook voor reizigers die minder mobiel zijn. Behalve een of twee standaardtoiletten is een ‘universeel toilet’ aangebracht, wat wil zeggen: ‘ toegankelijk voor een rolstoel’. Voor rolstoelgebruikers tenslotte, zijn in het reizigersgedeelte twee speciale plaatsen voor hun voertuig ingericht.
Productie in Polen
Het nieuwe materieel wordt gebouwd bij de Alstom-vestiging in Polen. In Katowice is daarvoor zelfs een speciale hal opgetrokken. Rond februari 2019 verschenen de eerste stellen op de baan, om te worden getest in Duitsland en Tsjechië. Begin mei 2020 waren bij ons de eerste video-opnamen te zien van de proefritten in Tsjechië. De nieuwe ICNG is dus in aantocht! Foto’s Treinennieuws Emanuel Damsteeg en Treinreiziger Stefan Verkerk