D-day voor openbaar vervoer

Advertentie

De eerste twee dagen van juni zijn voor het openbaar vervoer een vuurproef: trein, tram en bus rijden grotendeels weer volgens de normale dienstregeling. Maar hoe verloopt alles, ook gezien de beperkingen van de anderhalvemeter-maatschappij? De operatie doet heel in de verte terugdenken aan D-day 1944, de dag dat de geallieerden landden in Normandië. Toen eveneens een tot in de puntjes voorbereide operatie, maar met een nog onzekere uitkomst. Niettemin gloorde er ineens weer een normaal leven aan de einder (helaas ten koste van vele slachtoffers, wat nu gelukkig niet het geval is).

Het OV is voorlopig alleen voor mensen die ècht moeten reizen. Geen ’uitjes per trein’, ‘neem in de stad alsjeblieft de fiets’ en mondkapjes zijn verplicht. Al dagen tevoren zijn bij tramhaltes en op stations de voorbereidingen te zien. Overal verschijnen pictogrammen, die reizigers onder andere aanmanen voldoende afstand tot elkaar te bewaren (ook op de roltrappen) en rechts te houden. Andere geven looprichtingen op haltes en perrons aan. In treinen maken groene stickers duidelijk dat alleen zitplaatsen aan de raamkant gebruikt mogen worden. Via radio, tv en andere media waarschuwt het Openbaar Vervoer dat slechts 40% tot 50% van de normale reizigers capaciteit beschikbaar is. Niettemin zei staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat 28 mei in de Tweede Kamer dat er genoeg plek is, zolang iedereen zich aan de spelregels houdt: ‘Wij kiezen voor heldere regels: vermijd de spits en reis alleen als het noodzakelijk is’. Het is niet de bedoeling dat het treinpersoneel aantallen vaststelt. Dat zou volgen Van Veldhoven, ‘teveel handhaving’ betekenen. Niettemin houdt de staatssecretaris het reisgedrag wel in de gaten: als het te druk wordt mogen treinen stoppen en pas verder rijden als genoeg mensen zijn uitgestapt.

Niet te benijden

Je bent overigens als treinpersoneel niet te benijden als je zo’n maatregel zou moeten nemen. Er zijn trouwens meer redenen waarom de spoorvrouwen en -mannen – maar ook andere medewerkers uit het Openbaar Vervoer – zich zorgen maken over de gevolgen van de verruiming van de dienstregeling. Zorgt de verplichting van het dragen van mondkapjes voor genoeg bescherming om het dagelijks werk te kunnen doen? Wordt er voldoende gehandhaafd? Bovendien bestaat bij velen de verwachting dat de agressie in trein, tram en bus zal toenemen.
Ook meerdere spoorwegbedrijven, gaan vaker rijden. In de altijd punctueel verschijnende persberichten, meldt bijvoorbeeld Arriva dat de gewone dienstregeling per 1 juni weer vrijwel wordt hersteld. Hierbij wordt gestreefd naar het leveren van 40% van de capaciteit. Deze onderneming streeft tevens naar het rijden met langere treinen. Ook de bussen verhogen hun frequentie, aangepast een de vraag van een normale werkdag. Dit beeld zie je eveneens bij andere vervoersondernemingen.

Grote verliezen

De vervoersondernemingen houden hun hart vast voor de financiële verliezen door de coronasituatie. Tijdens een interview eind april in de TV-rubriek OP1 zei NS-bestuursvoorzitter Roger van Boxtel dat de Spoorwegen verwachten in 2020 één miljard euro minder inkomsten te hebben. Financieel directeur Bert Groenewegen liet weten dat het bedrijf inmiddels al verder heeft gekeken en vreest tot 2025 zo’n € 4,7 miljard mis te lopen. Het aantal reizigers van het topjaar 2019 zal pas weer over circa vijf jaar zijn bereikt. Deze aderlatingen kan het spoorwegbedrijf niet zelf dragen en het zal dus moeten aankloppen bij de staat. Tenslotte wordt nu op verzoek een dienstregeling aangehouden ‘in nationaal belang’. Verder moet de onderneming inkrimpen (zonder gedwongen ontslagen, aldus het dagblad Trouw), waarover overleg met de vakbonden gevoerd gaat worden. Oude treinen worden nog wel vervangen, maar nieuwe investeringen blijven voorlopig achterwege.

Opschaling buitenland

Het verkeer met en in het buitenland biedt binnenkort ook meer mogelijkheden. In fases wordt de gangbare dienstregeling hersteld. Begin juni gaat de intercity naar Brussel weer ‘normaal’ rijden, evenals de ICE en IC naar Berlijn. De Thalys naar Frankrijk en de Eurostar naar Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk volgen later in juni en juli.
Ook in de ons omringende landen zelf zien we meer treinen. In België wordt opnieuw de normale dienstregeling grotendeels gevolgd. Alleen enige spits- en internationale treinen vallen nog uit. In Duitsland bleef ongeveer driekwart van de langeafstandsverbindingen de afgelopen tijd gewoon gehandhaafd.
Inmiddels is het verkeer opnieuw uitgebreid met een regelmatige ICE-uurdienst tussen Berlijn en het Roergebied. Sinds 11 mei is er ook weer een dagelijkse ICE-trein tussen Frankfurt – via Saarbrücken – en Parijs vv. In Zwitserland tenslotte beginnen de internationale treinen stapsgewijs opnieuw te rijden.
Om te eindigen nog een verheugend bericht uit eigen land: in juni heropent de Stoomtram Hoorn-Medemblik heropent de tramdienst tijdens het weekend. Vanaf 1 juli kunnen reizigers opnieuw dagelijks terecht (met uitzondering van maandag). De coronaregels gelden ook hier en je moet tijdig online reserveren. Dit – toegestane – ‘uitje per trein’ zal zeker de nodige bezoekers trekken!

Tekst en foto’s: Hans van Lith