Weekendeditie – Een prachtig treinverhaal uit Thailand
Op de blog trefpunt Azië vonden wij het onderstaande artikel over een treinreis in Thailand, dat wij jullie ook graag willen laten lezen. Tekst: Lieven Kattenstaart
Boemelen in de trein
Boemelen per trein in Thailand heeft soms zijn charmes. Velen hebben hier al verslag van gedaan en daarbij vaak deze manier van openbaar vervoer bewierookt. Laat ik maar meteen vertellen dat diezelfde charmes zo goed als afwezig zijn in het grootste deel van dit verhaal.
Na een verblijf van enkele weken in het ouderlijk huis van mijn vrouw, gelegen in de Isaan, keerden we noodgedwongen terug naar Bangkok. We, dat zijn mijn vrouw Oy en ik. Noodgedwongen doordat de bodem van de verlofdagen-schatkist in zicht kwam. En ook omdat wij, door aangename Thaise temperaturen verweekt, nodig weer eens door Nederlandse kou en tegenwind bevangen dienden te worden.
Boeddha-dag
Vanaf het piepkleine stationnetje van Chakkarat nemen we de trein naar Korat, wat slechts een korte rit is. Aangekomen op het treinstation ontspoort de zaak al snel. Ongelooflijke drukte op de perrons. Is het een speciale Boeddha-dag, waarop iedereen vrij heeft en op bezoek gaat bij familie? Is de Baiyoke-2 een tikje uit het lood gezakt, en is men nu in hordes op weg naar Bangkok om een menselijke stut te vormen? Nee. Niet van dat alles. Het blijft een raadsel.
Stalen monster
Ietwat verwilderd staar ik naar de lange rijen voor de loketten. Het idee om een taxi naar Bangkok te nemen lijkt ineens niet zo buitensporig meer. Maar dit stuit op het stootblok van Oy’s zuinigheid. Taxi’s zijn duur en de meeste chauffeurs oplichters, in haar opinie. Na veel gewacht, ellebogenwerk en achterhoedegevechten met pelotons duwende Thais krijgt Oy twee kaartjes te pakken. Als onze trein het station binnenrolt, kan mijn zojuist verworven jubelstemming meteen op een zijspoor. Want het stalen monster puilt al aan alle kanten uit met inzittenden.
Sardineblik
Gebukt onder rugzak en hitte lopen we langs de trein naar achteren om te zien of daar misschien ergens nog een wagon over is die niet lijkt op een sardineblik. Helemaal achteraan is er een beetje lucht, en hijsen we ons via het trapje naar een smal balkonnetje. En daar blijven we. Er is simpelweg geen doorkomen aan. Overal mensen, waar je ook kijkt. Het zal me niets verbaasd als zelfs de machinist nog passagiers van zijn instrumentenpaneel moet vegen om in ieder geval het spoor te kunnen zien. Dus besluiten we te blijven waar we zijn, de rugzakken op het balkon neer te leggen, en deze te gebruiken als kampeerstoel. Zo gezeten rammelen we wat later het station uit.
Spoorwegpolitie
Vreemd genoeg bevalt het me prima. Want eenmaal onderweg begin ik te beseffen dat we eigenlijk helemaal niet mogen klagen. We zitten prima, hebben meer ruimte dan degenen die binnen opgepropt zitten. We krijgen zelfs nog een beetje verkoeling van de rijwind. Wie doet ons wat. Van koning naar pauper vergde maar drie minuten. Want dan krijgt pettemans van de spoorwegpolitie ons in de smiezen. En gebaart ietwat driftig naar ons dat we mee moeten komen. Ik voel er helemaal niks voor, want ik zit heerlijk. Het mag niet baten.
Oy vindt het verstandiger om deze dikke gezagsdrager, die het aimabele voorkomen heeft van Pablo Escobar na een mislukte drugsdeal, niet tegen de haren in te strijken. Strakke pet op het hoofd, enorme zonnebril op het vlezige gelaat, en klein kanon op de heup gaat hij ons voor door de wagons. Zuchtend van frustratie en zeulend met de zware rugzak loop ik achter hem aan. Mezelf afvragend wat voor goocheltruc deze dwarsligger in vredesnaam gaat uithalen om ons ergens een plaatsje te bezorgen in dit broeierige pakhuis op wielen.
Vette Roerganger
Ik heb nu al een hekel aan die regelneef. Want het is duidelijk dat hij het geen visitekaartje voor de Thaise spoorwegen vindt als daar een farang op zijn rugzak moet zitten, tussen het plaatselijke plebs. En dus belangrijk ging doen ten koste van anderen. Zwetend, inwendig verwensingen uitend, en uitwendig excuses makend aan lieden die ik bijna scalpeer met mijn rugzak, struikel ik door de gangpaden. Na zowat de ganse trein te hebben doorlopen, ziet onze vette roerganger een gaatje. Hij houdt halt bij een al propvolle coupe. Nors gebaart hij ruimte te maken voor ons. Ik kijk naar de gezichten van de gezetenen, en begrijp dat we net zo wellkom zijn als een wekker op maandagochtend. Opgelaten, en met veel gewurm vinden we toch een plaatsje tussen de anderen. De rugzakken tussen de benen geklemd.
Treinverbinding Cambodja Thailand
Ventilatoren in de Trein
Mijn vrouw vindt zelfs nog de beleefdheid de dienstklopper te bedanken voor zijn moeite. Met een stralende lach. Daar moet je Thai voor zijn, en mij lukt het dan ook niet. Ingeklemd tussen een broodmagere man in een soort Mao-pak, en een gezette dame met plastic tassen vol groente, probeerde ik niet aan de komende stomende uren te denken.
Rijdend hok
Het is bloedheet in de coupe. Niet alleen omdat de helft van de ventilatoren bewegingloos aan het plafond hangt, maar ook doordat ik met vele anderen opgestapeld in een rijdend hok zit. Waarbij de rijwind die me even daarvoor nog koel hield, nu uit het raam komt. En meer op een warme föhn lijkt.
Met weemoed denk ik terug aan de eerste ongedwongen minuten van deze treinreis. Heel even overweeg ik gewoon lak te hebben aan de politieman. Rrechtsomkeert te maken naar het balkon. Maar de gedachte weer spitsroeden te lopen door alle tjokvolle wagons, met daarbij de kans onze Pablo nogmaals tegen het lijf te lopen, doet mij de moed in de schoenen zinken. Terugkeren is een gepasseerd station. Wat de andere passagiers van ons denken kan ik wel raden. Wij hebben ons door de politie een zitplaats laten bezorgen. Waar er geen zitplaats was.
Vleesberg
Oy is er niet eens aan begonnen onze situatie uit te leggen, waarschijnlijk omdat niemand haar zal geloven. De gebruikelijke gezelligheid van Thai onder elkaar is ver te zoeken. Ieder doet er het zwijgen toe. Na een uur of wat ongenadige hitte en sacherijn boemelen we richting het Bangkok. Ik begin lichtelijk te wanhopen. De scherpe elleboog van magere Mao prikte pijnlijk in mijn zij, en de vrouw naast me is niet alleen groot, maar dijt zo te zien steeds verder uit. Een zweterige onderarm als een ham ligt half over me heen, de weinige verkoeling die ik krijg nog verder om zeep helpend. Er bestaat een gerede kans dat ik verzwolgen wordt door deze vrouwelijke vleesberg, lang voordat we Hualamphong bereiken. Zelden heb ik mij ergens zo verhit, ongemakkelijk en ongewenst gevoeld.
IJs en bier
Dan, te midden van deze misère, mindert de trein vaart, en rolt even later een station binnen. Waar we op dat moment zijn boeit me helemaal niks en verder oponthoud kan ik missen als kiespijn. Ongeduldig uitziend naar Bangkok, voor verlossing, hotelkamer en een douche. Geen bazuingeschal, geen klaroenstoten. Toch verschijnen daar de engelen. Thaise, welteverstaan. Beladen met gele plastic emmers, en dienbladen. Gevuld met ijs, bier, koffie en gebakken kip. Halleluja. Oy, die het moment perfect aanvoelt, begint alle naaste medepassagiers te bevragen. Of ze soms erge honger hebben en zo mogelijk nog ergere dorst? Gevolg: De emmers worden geleegd, dienbladen geplunderd en venters wankelen de wagon uit, beladen met geld.
Verjaardagsfeestje
De sfeer is in no-time compleet omgeslagen. Van mortuarium-stilte naar de rumoerige gezelligheid van een verjaardagsfeestje. De magere man legt een voorliefde aan de dag voor de blikjes Chang en verbaast me met de snelheid waarmee hij deze naar binnen giet. Aan mijn andere zijde wordt iemand nog dikker door het afkluiven van gebakken kip en wegwerken van bakjes mango-kleefrijst. De coupé-vloer is in een mum van tijd een kleurig mozaïek van plastic, mangoschillen, Birdy-blikjes, en afgekloven botten. Zelden heb ik meer plezier beleefd aan Thaise baht, uitgegeven aan anderen.
Treinverbinding Cambdja Thailand
Oude vrienden in de trein
En zo, familiekiekjes uitwisselend en ieders levensverwachting met jaren bekortend door het innemen van sloten suiker, vet en alcohol, rollen we voor het gevoel minuten later al station Hualamphong binnen. Daar is het bij het uitstappen een en al ‘Sawasdi Khrap’ wat de klok slaat. Had ik niet beter geweten, dan hadden we zojuist roerend afscheid genomen van een stel oude vrienden. Toch ben ik blij weer buiten te staan. Al is het maar omdat mijn rugwervels aangeven wel weer eens op hun originele plek te willen schieten. En mijn ribben een weekendje wellness voorstellen om de elleboog van een bepaalde medepassagier te vergeten.
Deze rit heeft mij voorgoed genezen van reizen met de trein in Thailand. Hoe gezellig het ook eindigde, we nemen nu een taxi. Is sneller, comfortabeler, en de chauffeur zorgt er wel voor dat je geen engelen nodig hebt om van je geld af te komen.
Wij zijn fervente treinreizigers: waar mogelijk nemen we liever de trein. Vooral Azie is geweldig; iedereen wil een gesprek (ook vaak met handen en voeten) en deelt lekkers uit…een grote familie. Maar ook Rusland en de Balkanlanden doen flink mee.
Er is momenteel het goede idee om de vliegmaatschappijen BTW te laten betalen voor hun vloeistof. Die BTW inkomsten kunnen dan mooi gebruikt worden om de treintarieven te verlagen.