Ook (model)treinen verzamelaar worden?

Advertentie

magazine_1
Frank Huisman verzamelt Märklin modeltreinen

Sinds een paar weken staat bovenaan onze website een banner van online veilinghuis Catawiki. Het is namelijk gebleken dat veel lezers ook verzamelaar zijn. Zij lopen stad en land af om net dat ene model te vinden dat hun collectie compleet maakt. Bij het horen van Märklin, Fleischmann, Roco, Liliput en Jouef gaat menig hart van de verzamelaar sneller kloppen. Al deze modeltreinen merken en vele andere vind je terug op één van de drie wekelijkse modeltreinen veilingen van Catawiki. Pak nu dus snel de trein naar Catawiki en laat je verzamelaarsshart sneller kloppen.

magazine_6

Märklin is al bijna anderhalve eeuw oud en als je dan een trein van bijna het begin af dat deze fabrikant ze maakt hebt, dan kan je zeggen dat je een verzamelaar bent.

Frank Huisman verzamelt Märklin modeltreinen. Märklin Spoor 0: zó oud en zó mooi Deutsche, Gründlichkeit. Haal een tachtig jaar oude Märklin-trein uit de doos, zet hem op de rails en zorg voor spanning. De lampen springen aan, de motor draait als nooit tevoren en de trein begint te rijden. “Waanzinnig”, zegt verzamelaar Frank Huisman. Hij verzamelt Märklin Spoor 0, prachtig speelgoed uit de jaren 1920-1940. Op tafel staat een locomotief Spoor 1, klaar voor de verkoop. Frank Huisman: “Je ziet het: Spoor 1 van Märklin is erg groot. Je moest er de ruimte voor hebben om ermee te kunnen spelen. In oude herenhuizen bijvoorbeeld. Dit was echt speelgoed voor rijke jongetjes. Een grote locomotief kostte in 1930 ongeveer 80 gulden, terwijl een arbeider 3 gulden in de week verdiende. Het was ondenkbaar dat kinderen van de gewone man met Märklin speelden. Nee, dit was voor de elite. Kinderen van de burgemeester, de notaris en de dokter, die speelden met Märklin.” Volgens Huisman, die zijn collectie in een aparte kamer heeft uitgestald, is het niet voor niets dat dit speelgoed duur was. “Het was heel goed gemaakt.” Zelf is hij vooral gecharmeerd van het kleinere Märklin Spoor 0, dat de Duitse fabrikant rond 1910 ging produceren. “Er kwam veel meer oog voor de technische details.  Het blik, het lakwerk, de motoren – alles werd beter en mooier.” Vandaar dat hij Spoor 0 is gaan verzamelen. Niet alleen de treintjes – inclusief restauratie- en slaapwagons – en rails, maar ook stations, kiosken, lantaarnpalen, poppetjes, buffetwagens, circuswagentjes ,bankjes en ga zo maar door. Er staat zelfs een heel muziekkorps in een van de vitrines. Frank Huisman heeft al die voorwerpen niet zomaar op een magazine_4hebben dan zo’n groot zwart vlak met allemaal locomotieven vlak naast elkaar. Door de scènes kom je ogen tekort. Nee, ik laat de treintjes thuis niet rijden. Ze rijden één keer per jaar. Ik houd twee of drie dagen open huis ergens in Amsterdam of in de regio. Dan – de eerstvolgende keer is ergens in het voorjaar van 2015 in De Rijp – kan het publiek alles zien rijden. Het is op een bijzondere locatie: hotel De Rijper Eilanden, dat vol staat met prachtig speelgoed, fietsen, bromfietsen, boten… alles herinnert aan de tijden van weleer. Een uitgelezen plek dus om mijn treinen juist daar te laten rijden. Ze zijn merendeels tachtig, negentig jaar oud, maar alles rijdt alsof het gisteren uit de fabriek is gekomen. Het is oerdegelijk.” De in Amsterdam woonachtige Zaankanter is geboren in 1962. Hij is dus niet opgegroeid met Spoor 0. Als klein kind kreeg hij, zoals zoveel generatiegenoten, het naoorlogse, veel kleinere Märklin. Toen hij zelf een zoon kreeg, kwam er bijna vanzelfsprekend een ‘tafelspoor’ in huis. Samen bouwden ze het spoor helemaal uit. Maar dat bevredigde toch niet helemaal. “Het was meer van hetzelfde. Een ander nummertje, een ander kleurtje… Er stond heel veel, maar het zei me niet zoveel. Daar kwam nog bij dat we geen ruimte in huis hadden voor een mooie grote baan.” Op een gegeven moment werd alles verkocht. Rigoureus. Huisman deed een paar jaar niets. magazine_2Tot hij min of meer bij toeval op een oude Spoor 0-locomotief stuitte. De schoonheid daarvan sprak hem aan en het bloed ging weer kruipen waar het niet gaan kon. Dat heet het Märklin-virus zit in je. Zijn kennis Beb van Dijk, die een grote collectie had, wakkerde de ontluikende passie nog eens aan. Huisman begon beurzen af te lopen en ging verzamelen. “Je komt er al snel achter dat het redelijk onbereikbaar is. Het was heel duur, ook in het guldentijdperk al.” Toch ontstond er een mooie collectie, mede doordat tal van kennissen en familieleden meezochten en de verzamelaar attendeerden op interessante vondsten. “Zo kom je van niks naar heel wat. Ik heb mijn collectie op een rustige manier opgebouwd. Extreem veel geld heb ik er niet aan uitgegeven. Vroeger was het duurder dan nu. Er verschijnt nogal wat op de markt tegenwoordig. Hoe dat komt? Het zijn vooral oudere mannen die treintjes verzamelen. Als die komen te overlijden doen hun nabestaanden de collectie in de verkoop. Tja, hoe groter het aanbod hoe lager de prijs.” Compleet is de collectie bij lange na niet. Frank Huisman streeft er niet eens naar. “De kwaliteit is ondergeschikt aan de kwantiteit. Er is zó ontzettend veel. Er zijn Märklin-verzamelaars die een kasteel vol treintjes hebben. Kolossaal, een miljoeneninvestering. Wie kan dat betalen? Voor mij is compleetheid geen doel op zich. Drie Krokodillen op een rijtje, dat is mooi. Maar er staat wel voor een gigantisch bedrag. Als je er tien hebt staan, ben je wel een kwart miljoen euro lichter. Voor mij is één Krokodil mooi genoeg.” Zwitserse bergtrein De Krokodil? Dat vergt uitleg. “De Krokodil is een Zwitserse bergtrein met twee motoren, de Rolls Royce van Märklin. In 1930 kostte hij 120 gulden: met afstand de duurste trein. Er wordt zelden een Krokodil aangeboden. Je bent duizenden euro’s kwijt. Als ik mijn hele collectie wegdoe, kan ik er misschien wel een kopen. Maar daar begin ik niet aan.” Zo blijft de Märklin Krokodil een grote wens, die er waarschijnlijk alleen komt als Huisman de loterij wint. De verzamelaar raakt niet uitgepraat over zijn collectie. Hij roemt de hoge kwaliteit van het blik, de lak en de motoren. “Dit is uniek speelgoed. Zó oud en zó mooi gemaakt.”

magazine_3

De Duitse speelgoedfabriek Märklin begon rond 1880 met het fabriceren van modeltreintjes. Die reden niet op rails, maar moest je voorttrekken met een touwtje. Ongeveer tien jaar later kwamen de eerste rails. Märklin introduceerde toen ook de stoomlocomotief. De treintjes reden echt op stoom. Maar er waren ook modellen die je moest opwinden met een sleutel. Alles was toen uitgevoerd in de standaardmaat Spoor 1. Na de stoom kwam de elektrische aandrijving. In de eerste jaren van de twintigste eeuw schakelde Märklin over op Spoor 0, dat technisch beter en handzamer was. Vóór de Tweede Wereldoorlog waren er twee grote fabrikanten van speelgoedtreinen in Duitsland. Naast Märklin in Göppingen was dat Bing. Deze Joodse firma moest in 1934 gedwongen stoppen met de productie. Tijdens de oorlogsjaren maakte ook Märklin geen speelgoed, maar moest het produceren voor het nazi-regime. In 1946, vlak na de oorlog, kon de fabriek de productie van speelgoed hervatten. Märklin stopte in 1954 met Spoor 1 en 0 en ging toen alleen door met de kleinere maat H0 (half Spoor 0), dat vanaf 1935 bestond. Dat is wat kenners het ‘tafelspoor’ noemen. Tevens schakelde Märklin kort daarna over van blik op kunststof. Na H0 verschenen nog kleinere schaalgroottes, zoals: N-poor en Z-spoor. De fabriek bestaat nog steeds, maar de glorietijd is echt voorbij. Frank Huisman: ”Märklin loopt op haar laatste benen. Ze produceren waarschijnlijk voor een uitstervende hobby.”

Het meest bijzondere onderdeel van zijn collectie? Frank Huisman wijst op een Märklindoos met inhoud. “Die kon ik jaren geleden kopen van een oud echtpaar. Ze gingen verhuizen naar een aanleunwoning en hadden de doos van zolder gehaald. Heel mooi, alles zat in oliepapier en glom. Toen kwam het verhaal: die mensen hadden een zoon, ze hadden de trein voor zijn verjaardag gekocht, maar drie dagen voordat hij jarig zou zijn stierf hij. Zijn ouders hebben die doos zestig jaar op zolder bewaard.”

Zestig jaar nieuw. Vóór die tijd waren de treintjes veel grover, met van die romantische accenten. Bovendien klopte de schaalgrootte niet. Bij Spoor 0 zie je beter hoe de locomotieven en wagons in het echt waren.” Een ander groot verschil tussen Spoor 1 en Spoor 0 is de aandrijving. Spoor 1 reed in het begin op het lichtnet. “110 volt, heel gevaarlijk.” Maar later vond Märklin de transformator uit, die het voltage omzette van 220 naar 20 volt. “Ongevaarlijk om mee te spelen”, zegt Frank Huisman. “De elektromotor werd kleiner en paste dus ook in kleinere treinen.

magazine_5

Verzamel jij ook modeltreinen, net als Frank Huisman? Neem dan eens een kijkje op de wekelijkse modeltreinen veilingen van Catawiki. Op de veilingen worden alle schalen aangeboden. Het leuke is dat alle biedingen starten op 1 euro. Zo kun je dus voor weinig geld je collectie uitbreiden. Bezoek de wekelijkse modeltreinveiling op: www.catawiki.nl/modeltreinenveiling catawiki_logo

Tekst: Kees van Rixoort   Beeld: Evi Fotografie 24catawiki magazine catawiki magazine25