Laat een goede crisis niet onbenut

Advertentie

FyraNu het Fyra-drama compleet is en de slecht geconstrueerde V250-treinstellen zijn afgeserveerd, wordt het dringend tijd de reiziger centraal te stellen, vindt Rover. Daaraan heeft het bij de HSL-Zuid vanaf het begin ontbroken. De problemen van de Fyra naar Brussel zitten niet alleen in de techniek, maar evenzeer in het ‘verdienmodel-concept’. Bij NS Hispeed was de focus niet gericht op dienstbaarheid aan een breed scala van reizigers, maar op het maximaliseren van de inkomsten. Die inkomsten waren nodig om de Staat jaarlijks het onwaarschijnlijke bedrag van 148 miljoen euro te kunnen betalen. Een bedrag dat NS bij de aanbesteding zelf had geboden, uit vrees dat een andere vervoerder met de HSL-concessie aan de haal zou gaan.

Door: TIM BORIC

Zo zien we dat aanbesteden niet altijd leidt tot lagere consumentenprijzen. Maar de toenmalige minister stond in 2001 te juichen bij deze deal, want de uit de hand gelopen aanlegkosten van de HSL-Zuid zouden hiermee terugvloeien in de schatkist. En een meerderheid van de toenmalige Tweede Kamer wilde geen tariefrestrictie. Daarmee zou de deal al bij voorbaat onhoudbaar zijn geworden. Het draaide allemaal om geld en macht, in een periode waarin de verhoudingen tussen overheid en NS hopeloos waren verzuurd.

Naast of in plaats van Intercity?
Het mooie van een hogesnelheidstrein is, dat hij door de grote rijtijdwinst nieuwe markten voor de trein kan winnen. Voor de snelheidswinst is wel nodig dat de trein weinig stopplaatsen heeft. Het is dus een grofmazige toevoeging aan het Intercitynet (voor de middellange afstanden) en het fijnmazige netwerk van Sprinters (voor dichtbij).

De hogesnelheidstrein en de Intercity zijn zodoende niet uitwisselbaar. Zij bedienen geografisch niet dezelfde markt. En de hogesnelheidstrein kan ook drempels opwerpen door prijs, voorwaarden (treinbinding/reserveringsplicht) of bijvoorbeeld de onmogelijkheid je fiets mee te nemen.

fyra nico langs de railsIn het binnenlands vervoer rijdt Fyra naast de Intercity en kan de reiziger dus kiezen. Bij de verbinding met België is er geen reële keuze: de Intercity is verdrongen door de Fyra. Daarbij werd de Fyra (anders dan bij de binnenlandse variant) gepositioneerd als een duurte-eiland met een eigen tariefsysteem, geïsoleerd van de nationale spoorwegnetten van Nederland en België. Zo konden NS en NMBS hun meest profijtelijke doelgroepen selecteren en de rest van de reizigers negeren. Zo gaat dat, zonder tucht van de markt (met de auto als enige concurrent) of de overheid.

Van crisis tot kans
Rover en de Vlaamse zusterorganisatie TreinTramBus willen dat de huidige crisis wordt omgezet in een kans. Er is een draai nodig om tot een beter concept te komen dat meer reizigers trekt en tevreden stelt. Allereerst is het zaak dat de treinverbindingen tussen Nederland en België snel op een fatsoenlijk peil worden gebracht. Het meest urgent is dat er weer ieder uur een gewone Intercity tegen normaal tarief gaat rijden tussen Den Haag en Brussel. Deze trein moet in Rotterdam goed aansluiten op de binnenlandse Fyra van/naar Amsterdam en Schiphol: op hetzelfde perron, en zonder Fyra-toeslag voor de internationale reizigers. De uurdienst is ook belangrijk voor reizigers van en naar Noord-Brabant. Vervolgens moet de Brussel-Intercity zo snel mogelijk gaan doorrijden naar Amsterdam.

NMBS-directeur Marc Descheemaecker heeft daarnaast mogelijkheden genoemd om het aanbod van hogesnelheidstreinen te verbeteren, met 12 Thalys-ritten per richting en vanaf 2016 ook enkele Eurostar-verbindingen Amsterdam-Londen. Een goed voorstel. Reizigers krijgen dan wél een reële keuze: tussen de snelle Thalys met hogere tarieven en reserveringsplicht enerzijds en een tragere Beneluxtrein met gewone tarieven anderzijds.

Daarnaast verdient Noord-Brabant een betere verbinding met België. De NMBS heeft gezegd daarover te willen meedenken. Voor deze verbinding gelden nog steeds dezelfde simpele succesfactoren die in 1957 de Benelux-treinverbinding hebben doen slagen: een klokvaste uurdienst zonder overstappen bij de grens.
Met toestemming overgenomen uit het tijdschrift van Rover: De Reiziger – Foto: Treinennieuws en Nico Spilt