Het treinverkeer in China

Advertentie

Wij als treinliefhebbers reizen graag, praten er over, maar lezen ook graag over hoe andere een treinreis beleven. Treinen uit alle delen van de wereld hebben meestal onze belangstelling. Zo kwamen wij via het surfen in mailkontakt met de 21-jarige Tessa Krols. Een Belgisch meisje dat de wereld in trok. China is op dit moment haar station. Vanuit Nanjing ontvingen wij haar eerste belevenissen met de Chinese spoorwegen. Geeft een reactie hoe dit artikel, want dit is nieuw voor Treinennieuws.nl, bevalt.

Ik woon nu vijf maanden in het desbetreffende land en kan er wel een artikeltje over volschrijven. Het contrast met de Belgische spoorwegen is niet zo groot als je zou verwachten, maar af en toe haal je er toch een mooi verhaaltje uit. Als je in een land dat bijna even groot is als heel Europa een uitstapje wil maken, heb je niet zo veel opties. Het vliegtuig is ideaal natuurlijk, snel en makkelijk. Maar voor de minderbedeelden en simpele studenten onder ons, vormt de trein een aantrekkelijk alternatief. Het treinverkeer is goed georganiseerd, je kan er bijna overal mee geraken en het is relatief goedkoop.
Laat ik me eerst even voorstellen: Ik ben Tessa, sinologe in wording en dankzij een mooie beurs van de Chinese overheid mag ik een jaartje in Nanjing studeren (ze zien ons, westerlingen, graag komen hier). Nanjing is in oude tijden nog even de hoofdstad van China geweest. Groot, maar niet té groot, modern, met toch een aantal interessante historische bezienswaardigheden, ‘Chineser’ dan metropolen Beijing en Shanghai, maar toch nog redelijk internationaal, bloeiend uitgaansleven, leuke winkels… kortom: ideaal voor jonge studenten.
Het mag in Nanjing dan goed wonen zijn, zodra ik de kans krijg, trek ik er toch graag op uit. Een jaar lijkt lang, maar er zijn zoveel interessante bestemmingen binnen China, dat het bijlange niet genoeg is. We profiteren dan ook volop van de vakanties en weekends om uitstapjes te maken. Ik heb zelf één keer het vliegtuig genomen, een aantal keer de bus (enkel aan te raden als je een sterke maag hebt en niet te schrikkerig bent), maar met stip op één: de trein.
Een eerste tip: als je van plan bent tijdens Chinese vakantieperiodes of (voor korte afstanden) het spitsuur te reizen, koop dan je ticket ruim op voorhand. Je kan vanaf tien dagen voor vertrek kaartjes kopen en als je in de mogelijkheid bent, doe dat dan ook. Vooral de periode rond Chinees Nieuwjaar (valt elk jaar anders, maar meestal eind januari – begin februari) is vreselijk. Vrienden van mij wilden naar Harbin reizen, bekend om zijn ijsfestival en dé winterbestemming. Na drie uur aanschuiven zagen ze de laatste tickets voor hun neus de deur uitgaan. Er zat niets anders op dan de reis in etappes af te leggen, van stad naar stad tot in het noorden. Als er geen zitplaatsen meer zijn, waag je dan eens aan een staanplaats. Om één of andere reden zijn er toch vaak nog plaatsen vrij en daar mag je dan gewoon gaan zitten. Zolang er niemand die plek komt opeisen, zal niemand het geweten hebben. Er is zelden kaartjescontrole en als die er wel is, maken ze er normaal gezien geen probleem van. En mocht je een strenge controleur tegenkomen is een simpel ‘sorry dit wist ik niet’ meestal heel effectief. Men gaat er toch van uit dat westerlingen helemaal niets begrijpen. Af en toe doe ik zelfs of ik geen Chinees versta. Een treinrit kan aanleiding zijn tot een goede conversatie, ze zijn meestal heel enthousiast als ze horen dat je Chinees kan. Als je niet in de stemming bent, is de enige manier om een stroom aan vragen te vermeiden: geen woord Chinees uitspreken. Kan je nog lekker de gesprekken die over jou gaan afluisteren. Stations in China vallen iets groter uit dan in Europa. Sommigen doen zelfs een beetje denken aan vliegtuigterminals. Als je bedenkt dat Nanjing alleen al zo’n dertien miljoen inwoners heeft, is het begrijpelijk dat je niet zomaar iedereen op het perron kan laten wachten en dat het aan te raden is vaste plaatsen toe te kennen. Chinezen zijn trouwens vreselijke voorkruipers die indien nodig een elleboogstootje niet schuwen. Met die massa moeten vechten voor een plekje op de trein, dat zou ik niet zien zitten. Als je binnenkomt in het station, moet je eerste je bagage laten scannen en door een metaaldetector lopen. Ik heb die dingen al regelmatig horen piepen, maar er wordt nooit verdere controle gedaan, wat volgens mij meteen het nut van zo’n detector teniet doet. Daarna ga je naar de wachtzaal van je trein. Per twee, drie treinen is er een aparte wachtzaal. Voor de VIP’s, zwangere vrouwen, gehandicapten en soldaten is er een aparte wachtkamer. Soldaat zijn in China heeft behoorlijk wat voordelen. Soldaten krijgen bijna overal voorrang of een aparte behandeling. Helemaal interessant is het als je een gewonde veteraan bent, dan mag je bij zo goed als elke betalende attractie gratis binnen (pech voor de gezonde soldaten, die krijgen gewoon korting). Als de trein toekomt, worden de hekken opengezet en moet je meestal nog via een lange gang naar je perron lopen. Nog een tip: blijf op je gemak zitten tot de meeste Chinezen zijn opgestapt. De plaatsen zijn genummerd, dus er is geen reden waarom je je met je bagage door een menigte zou laten samendrukken en door die poortjes laten persen.
De meerderheid van de treinen komt niet overeen met de horrorverhalen die je hoort over vuile Chinese treinen. Van elke trein die van of naar Shanghai rijdt, of binnen de drie uur op zijn bestemming aankomt, kan je zeker zijn dat hij zelfs properder en moderner is dan de meeste Belgische treinen. Er wordt in de trein voortdurend gekuist. Er is personeel wiens enige taak het zwabberen en vegen van de gangpaden is. Dat is wel nodig, want het cliché klopt: Chinezen spuwen of gooien alles op de grond. Zonnebloempitten zijn ongewoon populair op de trein en de restjes vormen hoopjes rond de voeten van wie ze eet. Een techniek die ik nooit zal beheersen: een volledige zonnebloempit (of garnaal, vlees met bot,…) in je mond steken en enkel de overschot terug uitspuwen, de Chinezen zijn er specialisten in. Een treinreis zonder eten lijkt geen optie. Zelfs voor ritjes van amper twee uur komen de mensen met hele zakken vol snacks aanzetten. Zonnebloempitten, instantnoedels, thee, gedroogd vlees, snoepjes, hardgekookte eieren en kippenpoten, ze zitten van vertrek tot aankomst constant te eten (niet ideaal voor je figuur als je dagelijks de trein neemt, lijkt me). Net als op elke openbare plaats in China, zijn er warmwaterkraantjes in elke wagon. Warm water en thee zijn van immens belang. Vertel een willekeurige Chinees dat je een verkoudheid, griepje, hoofdpijn of desnoods een verzwikte enkel hebt, de eerste raad is gegarandeerd: ‘drink wat meer warm water’. Voor wie door één of ander noodgeval geen proviand heeft kunnen meenemen, passeert er om het half uur een eetkarretje. Die karretjes doen mij altijd een beetje denken aan de heks met het snoepkarretje uit de Harry Potter boeken: naast voor de hand liggende dingen als drankjes en koekjes, liggen er altijd een paar onbestemde, verdacht uitziende dingen in. Op lange treinritten kan je ook vers fruit en bereide maaltijden krijgen. Naast die propere treinen heb ik ook al een aantal ritten meegemaakt die dichter in de buurt komen van wat je zou verwachten. Een trein van Nanjing naar Hangzhou met tapijt in de middengang. Geen goed idee aangezien iedereen gewoon alles op de grond blijft gooien. Er mocht gerookt worden in de trein en we stapten rond de middag op, waardoor de rook zich mengde met de geur van verschillende etenswaren. In oude treinen zit je vaak heel dicht op elkaar, niet zo leuk als je net als een vriendin van mij naast een man zit die steeds ‘per ongeluk’ zijn hand op je bovenbeen laat vallen. Het interessantst zijn de slaaptreinen. Als je een duurdere trein neemt, zijn deze naar het schijnt heel comfortabel. Ik heb nog niet langer dan elf uur op de trein gezeten (Luoyang – Nanjing), maar als je naar het hoge noorden of lage zuiden gaat, kan je dertig tot veertig uur onderweg zijn. De goedkope slaaptreinen die wij nemen, zijn oke. Over het algemeen zijn er drie bedjes boven elkaar. Er hangen geen gordijntjes, je discreet omkleden vereist dus wat behendigheid. Ik heb, afgezien van snurkende Chinezen, nog nooit een probleem gehad met een slaaptrein, maar om af te sluiten twee spectaculaire verhalen van vrienden.
Een bevriend koppel nam de slaaptrein Xi’an – Nanjing. De jongen werd ’s nachts wakker en zag op minder dan een halve meter van zich een rat tegen de muur op kruipen. Er klonk gepiep langs alle kanten en de trein bleek vergeven te zijn van de ratten die af en toe door het donker voorbij schoten. Hij heeft de rest van de nacht in een stoeltje op het gangpad gezeten en is wel zo slim geweest zijn vriendin rustig te laten slapen en haar pas in te lichten nadat ze van de trein gestapt waren. Twee vriendinnen namen de slaaptrein Harbin – Nanjing. Twee bedden verder stond een groepje mannen samen, met één man op het bovenste bed, die daar de hele dag in lag. Op een bepaald moment moest die man naar het toilet, waarbij ze zagen hoe hij met een trui over de handboeien die hij aanhad door iemand naar het toilet begeleid werd. Het bleek om een crimineel te gaan die door vier agenten in burger naar een gevangenis gebracht werd. Hij lag de hele dag vastgeketend aan zijn bed en mocht een paar keer een klein kommetje rijst eten. Mijn vriendin voelde zich niet op haar gemak en werd daar vierkant om uitgelachen door het kindje dat in het bed tegenover de crimineel sliep. Ik zou nog wel even kunnen doorgaan als ik alles in detail zou beschrijven, maar dit moet toch voldoende zijn om je een beeld te vormen van het Chinese treinverkeer. Laat je niet afschrikken door die paar verhaaltjes, over het algemeen is het prima in orde en: je hebt nooit goedkoper gereisd.
Veel reisplezier!