De reiziger wil sneller op de plaats van bestemming komen, dan de huidige vliegtuig verbindingen. Al vlieg je in anderhalf uur naar Parijs. Men vergeet vaak dat je naar Schiphol moet en in Parijs ook nog eens met een trein naar het centrum moet zien te komen. De Thalys breng je in 3 uur en 17 minuten hartje Parijs. Deze manier van reizen vindt de huidige reiziger te lang of te duur. Men denkt al jaren over een snellere manier. Vele miljoenen zijn er in de Magneet (Maglev) trein van Siemens gestopt. Uiteindelijk rijdt deze alleen in Japan en werd de testbaan net over de grens bij Emmen te koop aangeboden. Magneettreinen zijn uiteindelijk veel duurder door de aparte aanleg van banen. En moet de hele infrastructuur aangepast worden met totaal nieuw spoor en technisch andere treinen.
Gisteren, op de openingsdag van Rail-Tech in Utrecht, was de nieuwe manier van vervoer het gesprek van de dag. De Telegraaf schrijft vanmorgen dat de TU Delft in hun laboratorium proeven doet met de zogeheten A(ir)train. Deze zou op een betonnen baan tussen bestaande rails kunnen worden aangelegd. Daar kan dan met zo’n 400 km per uur overheen zweven, ook met zonne-energie. Met deze nieuwe manier behoeven alleen de wielstellen aangepast te worden. De bovenleiding blijft. Op de rails kunnen ook klassieke treinen blijven rijden, aldus TU Delft. Een ritje Amsterdam-Utrecht duurt dan slechts 10 minuten. Dan moet er wel geen langzame trein op die zelfde de rails rijden. ProRail directeur Pier Eringa is groot voorstander van dit soort vernieuwing. De spoorwegen zijn afgegleden naar een suffe, behoudende sector.
Eringa wil het onderhoud aan het spoor meer verplaatsen naar overdag. „Nu moet dat altijd ’s nachts en in de weekenden. Steeds meer mensen willen dat niet meer, omdat het hun sociale leven ondermijnt. Wij moeten vasthouden aan rigide veiligheidsregels. Met moderne middelen kunnen we best onderhoud plegen als treinen blijven rijden.”
Maar de TU Delft heeft nog een ijzer in het vuur, namelijk de Hyperloop. Dit proefmodel waar zij de eerst prijs mee wonnen, stond te pronken en had veel bekijks op Rail-Techbeurs in Utrecht.
De NS steekt ook geld in dit onderzoek bij de TU Delft. Want misschien kunnen we over tien jaar met de hyperloop van Eindhoven naar Amsterdam? Als het aan de NS ligt wel. Het spoorbedrijf investeert namelijk 300.000 euro in de ontwikkeling van de hyperloop, een futuristisch vervoersmiddel waarbij capsules met een snelheid van ruim 1000 km per uur door een vacuümbuis razen. Dat geld gaat naar HARDT, een nieuwe startup die voortkomt uit Delft Hyperloop.
Delft Hyperloop was het team van de TU Delft dat het afgelopen jaar meedeed aan de ontwerpwedstrijd voor een hyperloopcapsule van SpaceX. Uiteindelijk wonnen ze deze Hyperloop Pod Competition met het prototype dat ze bouwden en ook echt hebben getest op het terrein van SpaceX in Californië. Een deel van de studenten uit het Delft Hyperloop-team is nu HARDT gestart.
Dat de NS geld in een startup investeert, klinkt bijzonder, maar is het niet. Een speciaal fonds om te kunnen investeren in innovaties op het gebied van mobiliteit: het NS Innovatiefonds. HARDT is echter wel de eerste die geld krijgt sinds de start hiervan, legt de NS uit:
Met dergelijke investeringen willen we voorop blijven lopen: Hyperloop blijft de komende jaren een zaak van experimenteel onderzoek en ontwikkeling. NS verwacht wél dat HARDT in staat zal zijn technologie te ontwikkelen die mogelijk ook gebruikt kan worden bij de NS treinen. En daar willen zij natuurlijk bij zijn. NS speelt een centrale rol in de Nederlandse mobiliteit en stimuleert ontwikkelingen die dit verder gaan brengen. Ook is NS de komende jaren hard op zoek naar technisch talent. Met deze investering willen we het enthousiasme voor technische studies bij scholieren en studenten vergroten.
Eerste dag Rail-Tech Utrecht in foto’s Treinennieuws.nl
